Crosby werd op 14 augustus 1941 geboren in Los Angeles. In 1964 vormde hij met bandleden Roger McGuinn, Gene Clark, Chris Hillman en Michael Clarke de groep The Byrds. Hun eerste hit was een cover van Bob Dylans Tambourine Man. Crosby’s opvliegende karakter zorgde voor regelmatige onenigheid tussen de groepsleden. Na een nieuwe ruzie werd hij in 1967 uit de band gezet.
Een jaar later vormde hij het supertrio Crosby, Stills & Nash. Stephen Stills kwam van de band Buffalo Springfield en de Brit Graham Nash was bekend van The Hollies. Later voegde zich ook Neil Young bij de band. In augustus 1969 speelden ze op het legendarische Woodstock-festival.
Twee keer in Hall of Fame
Crosby wordt gezien als een van de invloedrijkste rockers van de jaren 60 en 70. Zo werd hij twee keer opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame, zowel met The Byrds als met Crosby, Stills & Nash. Hits die hij gedurende zijn periode met die laatste band schreef waren onder meer Almost Cut My Hair en Déjà Vu. In de zomer van 2021 bracht hij zijn laatste soloalbum For Free uit.
Jarenlang worstelde Crosby met alcohol- en cocaïneverslavingen. In 1982 werd hij in Texas opgepakt voor drugs- en wapenbezit, waardoor hij in 1986 vijf maanden lang in de cel zat. In 1994 onderging hij een levertransplantatie. In 2014 werd hij aan zijn hart geopereerd.
,,Het is met grote droefheid dat na een lange ziekte onze geliefde David (Croz) Crosby is overleden”, aldus zijn vrouw Jan Dance in een verklaring. ,,Hij werd liefdevol omringd door zijn vrouw en soulmate Jan en zoon Django. Hoewel hij niet langer hier bij ons is, zullen zijn menselijkheid en vriendelijke ziel ons blijven leiden en inspireren. Zijn nalatenschap zal blijven voortleven door zijn legendarische muziek.” De familie vraagt om privacy om de dood van Crosby te verwerken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten