Vanaf mijn veertiende was ik regelmatig te vinden in het dorpshuis, wanneer "Beat Palace Drive-In Show" haar draaitafel had opgebouwd. De zaal was dan nog niet open voor publiek, wat mij de kans gaf om in alle rust door de koffers met singles te bladeren, op zoek naar onbekende nummers. In deze koffer bevonden zich vrijwel alle hits die de Top 40 bereikten vanaf de late jaren zestig.
Wanneer ik dacht een nummer te herkennen, draaide ik deze single (vaak ook de B-kant) om te luisteren en mijn vermoeden te bevestigen. Dit leidde vaak tot het ontdekken van nummers die ik op het eerste gehoor erg goed vond, maar die ik in mijn beleving niet eerder had gehoord. Deze momenten van muzikale ontdekking waren voor mij een waardevolle ervaring, waarin ik zowel mijn muziekkennis als mijn passie voor muziek verder ontwikkelde. Het was een periode van verkennen, leren en genieten van de rijke muziekgeschiedenis die ik in die koffers vond.

De Mailer Mackenzie Band was een Haagse band die tussen 1969 en 1972 furore maakte met hun soft hardrockgeluid. Hun muziek bestond uit korte, krachtige nummers, vaak gedragen door gitaar en af en toe verrijkt met extra instrumenten zoals piano of viool. De arrangementen werden verzorgd door Hans van Hemert, terwijl de nummers afkomstig waren van een aantal opvallende namen, waaronder Peter Koelewijn, Hans van Hemert, Paul van Melzen en Jaap Mossel. De band durfde zich ook te wagen aan het bewerken van nummers van de legendarische Elvis Presley. Met hun versie van Jailhouse Rock veroverden ze menig podium.
De formatie van de band bestond uit Paul van Melzen (bas, fluit, zang), Kid van Ettinger (zang, gitaar), Jaap Mossel (drums) en Foort Verbrugge (zang, mondharmonica). Deze muzikanten hadden eerder hun sporen verdiend in diverse bekende Haagse groepen zoals The Mack, The Motions, The Scarlets, Big Wheel, Mistral, The Haigs en The Chiva’s. Foort was de enige die niet uit Den Haag kwam, hij was geboren in Wemeldinge, Zeeland. Later kwam gitarist Rinus Honig de band versterken, en Jaap Mossel kreeg drumles van de gerenommeerde John Engels Sr.
Mailer Mackenzie Band bracht meerdere LP’s, EP’s en singles uit, waarvan de single Red Rover uit 1970 de Top 40 bereikte op nummer 29. Dit succes werd snel gevolgd door hun single Movin’, die in hetzelfde jaar op nummer 32 belandde en internationaal werd uitgebracht in landen als Frankrijk, België, Engeland en Duitsland, waar het zelfs de alarmschijf kreeg. Het nummer Movin’ werd geprezen om zijn ingenieuze herhaling van hetzelfde muzikale thema, vergelijkbaar met het werk van Creedence Clearwater Revival, maar zonder eentonigheid.

De eerste LP van de band werd geproduceerd door Hans van Hemert, opgenomen in de Phonogram studio in Hilversum en uitgebracht onder het Decca label. De band stond onder leiding van manager Ton van Dijk, die naast zijn werk als manager van de musical Hair ook hoofdredacteur was van Nieuwe Revu en later Panorama. Ton was een vriend van Foort, die hem in contact bracht met de rest van de band. Naast muziek was Foort ook een gepassioneerd kunstschilder van abstracte werken, en enkele van zijn schilderijen sierden de hoezen van hun LP’s. In zijn latere jaren werd hij zelfs nog predikant in zijn geboorteplaats in Zeeland, waar hij tot zijn overlijden in 2020 bleef schilderen.
De band was onder contract bij het boekingsbureau van Paul Acket. Ze oefenden altijd in een zaaltje achter café Little Come In aan het Spui, een café dat bekend stond als ontmoetingsplaats voor Haagse muzikanten. Mailer Mackenzie Band trad voornamelijk op in Nederland en Duitsland, maar niet in clubs; ze speelden liever in grote zalen, hallen en op openluchtfestivals. In Den Haag waren er maar weinig optredens, met uitzondering van een enkele show in het Paard van Troje en Amicitia.
Kid van Ettinger bleef na zijn tijd in de band altijd een musicus, bekend om zijn talent als gitarist en bassist. Hij ontwikkelde zich tot studiomuzikant en begeleider van artiesten en cabaretiers. Paul en Jaap kozen voor een carrière buiten de muziek en gingen het bedrijfsleven in.
Bron; “De Haagse Tijden” - Robert Mindé
Red Rover
De songtekst beschrijft de gevoelens van iemand die op een lange, moeizame reis is naar New York City. De verteller voelt zich zowel fysiek als emotioneel uitgeput, eenzaam en bezorgd. Er wordt gesuggereerd dat er offers zijn gebracht ("verkocht een reserve voor Georgie en Cleo"), wat de moeilijke situatie benadrukt. De verteller verlangt naar ontsnapping en hoopt op de komst van een "grote rode trein" die hen terug zou kunnen brengen naar een betere plek of tijd.
De herhaalde oproep om "Red Rover" (de grote rode locomotief) komt als een manier om verandering te roepen, een nieuwe richting in het leven te vinden en het verlangen naar bevrijding van de zware reis. Ondanks dat het weer koud en dreigend is, blijft de locomotief doorrollen, wat symbool staat voor de onverzettelijkheid van de verteller die door blijft gaan, op zoek naar een uitweg. De songtekst bevat herhalingen die de intensiteit van het verlangen naar verandering en de behoefte aan ontsnapping versterken.
Songtekst
It’s a long, long way to New York City
Sold a spare for Georgie and Cleo
And Lord I’m worried, so tired and lonely
I wish I couldn’t live today
Hey, Red Rover
Come on over
It’s a long long way to where I’m goin’
To where I may have been, yeah
If I can find a big red train
You know I’m going back again
Hey, Red Rover
Yeah, come on over
Hey, Red Rover
The big red engine keeps on rollin’
Rollin’ over, keeps on rollin’, yeah
And it’s so cold and the sun is shining
The sky’s getting dark and grey, Lordie
If I can find a big red train
You know I’m gonna leave today
Hey, Red Rover
Come on over
Hey, Red Rover
The big red engine keeps on rollin’
Rollin’ over, keeps on rollin’, yeah
Hey, Red Rover, come on over
Roll, Red Rover, come on, come on over
Hey, Red Rover, come on over
Hey, Red Rover, come on over
Roll, Red Rover, come on, come on over
Hey, Red Rover, come on over
Hey, Red Rover, come on over
Roll, Red Rover, come on, come on over
Hey, Red Rover, come on over
Geen opmerkingen:
Een reactie posten